Even slikken

Over m’n lichaam heb ik de laatste tijd veel geleerd en niet alles is even mooi daarbinnen. De namen van die onderdeeltjes zijn er dan ook naar. Neem het woord slijmbeurs, dat als je het goed bekijkt wel precies klopt, maar oppervlakkig gezien lijkt het alsof er iets op een glibberige manier wordt verhandeld.

Gelukkig is er de buitenkant nog, waar dan weer niet iedereen het mee eens is, maar dat mag.

Over de binnenkant is weinig twijfel mogelijk. Dat wordt vastgelegd met een röntgenfoto, echo of desnoods een mri-scan. Wel eens een echo gezien? Er zijn dus mensen die van die grijze vlekken iets kunnen maken. Heel knap.

Zo werd er ooit bij me een niersteen gevonden die zich helemaal had verscholen, wat ik best snap; wilde niet op de foto, dook weg voor de echo, maar werd uiteindelijk gegrepen door een vergruizer, waarna er weinig van reste.

Toen ik de niersteen net had liep ik krom van de pijn bij mijn huisarts binnen. Ze keek even naar me en zei: oh, kleine niersteen, want ik liep nog en als de steen groter was geweest had ik op de grond gelegen en hadden ze iemand met een verdovingsspuit langs moeten sturen.

Die niersteen had buiten m’n schuwheid ook m’n natuurlijke traagheid overgenomen. In mei aangetroffen, in september na een lang pijnlijk proces in stukjes naar buiten gekomen. Met een tik tegen het porselein van de toiletpot geschoten…en ik was zo blij. Eerst heb ik er een foto van gemaakt en daarna heb ik het in een leeg pestopotje gedaan en in het ziekenhuis bij het lab afgegeven. ‘Ik heb een cadeautje voor je,’ zei ik nog tegen de assistente.

Sommige grappen moet ik niet maken. Na een onderzoek bij de oogarts, waar een gekleurde stof in m’n ogen werd gespoten, vroeg ik de knappe assistente waarbij ik een nieuwe afspraak moest maken, of ze wilde kijken of er nog iets van die kleurstof was achtergebleven. Ze begon hard te lachen maar zag m’n onschuld en zei, nee hoor meneer, er zit niets meer. In een oogziekenhuis kijken ze niet meer op van grappen over ogen.

Bij mijn huisarts is tegenwoordig het antwoord op alles: houding. De slijmbeursontsteking die maar niet weg ging kwam omdat m’n houding, voorovergebogen, niet goed is. Hetzelfde bij mijn kortademigheid: omdat m’n houding niet goed is, gebruik ik m’n longen niet volledig.

Ik belandde bij een heel knappe fysiotherapeute die me ademhalingsoefeningen gaf. Ze was getrouwd met een militair. Op zich misschien niet zo handig om voor de behandeling van hyperventilatie naar een adembenemende vrouw te gaan, maar het is wel goed voor de discipline waarmee je de opgegeven oefeningen doet.

Nu heb ik een fysio die niets moet hebben van de houding-hype. “Misschien past dat wel bij je, heb je altijd al een beetje een kromme rug gehad,’ zei ze. En warempel, toen ik terugkeek naar foto’s van toen ik een jaar of twintig was, zat er ook al iets van een kromme houding in.

Nu doe ik toch maar aan yoga om m’n houding beter te krijgen. En ik doe nog de oefeningen die ik in een eerder stadium heb geleerd: een kwartier op bed zitten en, met je ogen dicht, onder uit je longen ademen; en een kwartier lang uitgestrekt op een matje met een opgerolde handdoek tussen m’n schouderbladen. Terwijl ik daar mijmerend lig denk ik dan: wat kan me nog gebeuren: ik werk aan m’n houding.

 

Martin Links

De Meern, december 2016; bewerkt december 2018

 

De wolf is terug…

Nu de wolf zich weer vestigt in ons land, zullen Roodkapje en haar familie ook snel komen. Vervolgens wordt het lied met de dolle rit van drs. P. (troika hier, troika daar) ook vanzelf weer waar.

Geruststellend is misschien dat een Nederlandse jager in Duitsland een wolf heeft doodgeschoten, omdat het dier ‘zijn jachthonden aanviel en niet van wijken wilde weten’, een vredesoverleg dat blijkbaar uit de hand liep. Zouden er in Nederland schapenboeren zijn die zich ook zo’n ongelukje wensen?

Elke keer dat ik zo’n wolvenbericht lees komt onwillekeurig de muziek van Prokofiev boven; het stuk Peter en de Wolf, grijsgedraaid toen ik klein was, waarschijnlijk nog op 48 toeren. Het gaat over het jongetje Peter dat na wat angstige momenten op een listige manier de wolf in zijn achtertuin vangt. In het stuk heeft elk personage of dier een eigen muziekinstrument, ook de kat (klarinet), de eend (die door de wolf werd opgegeten; hobo) en het vogeltje (dwarsfluit); de grootvader (fagot), Peter zelf (strijkers) en niet te vergeten de wolf (hoorns) en de jagers (pauken). Op een of andere manier maakte dit stuk meer indruk op me dan Carnaval der Dieren van Saint Saens, dat in die tijd ook veel op stond, maar waarvan de muziek me bijna niet is bijgebleven. Wikipedia meldt dat de proloog van Disney’s Belle en Het Beest op een deel van dit stuk is gebaseerd. Dat is dan een sprookje waarin Roodkapje weer wat ouder is (maar misschien wat hardleers).

De muziek van Peter en De Wolf blijft dan een tijdje in m’n hoofd hangen, een beetje zoals Carnaval van De Efteling, maar dan zonder de irritatie.

De (over- over- over- over….groot-) opa van Jesse Klaver

Als in dit jaar de 230ste verjaardag van de Franse Revolutie van 1789 wordt herdacht, komt vaak ook in één adem de kleine revolutie van 1830 voorbij, misschien vanwege een beroemd schilderij van Jean Schnetz: Combat près de l’Hotel de Ville (1830)*. Dat schilderij intrigeert me omdat ik in één van de figuren op de barricade Jesse Klaver herken. Zou het echt kunnen?…Van het schilderij is dit de uitsnede:

Het gaat om de man met het geweer. Ik heb er nog een keer naar gekeken en volgens mij is hij het echt. Toch?

 

 

*

(bronvermelding)

 

Dé vraag van 2019

Naar ik begrijp was dé vraag van 2018, in het kader van famous first lines: Zou je me naar links of naar rechts swipen?’

In 2019 wordt het niet zozeer de vraag wie er met je meekijkt als je aan het swipen bent, maar op welke dag het zal zijn dat je Tinder of Second Love opent, en dat blijkt dat er al veel voor je geswiped is op basis van je persoonlijke swipehistorie.

Laat je verrassen in 2019.